Smiecht voorbij de kader
die van geschreven woorden
kenmerken en feiten
overwonnen sage
louter zijt het heil van ontzeggen
om ze te zien vertrekken zoeken naar wat het niet mag vinden
maar wel hopen te ontdekken…
Zwaai uit de vloot die naar diepe blauwe wateren vertrekt
beloofde overwinnen
onsterfelijke voorhoede van rechtvaardigen
doch zonder anker
zonder manschappen
vanwaar al die witte vlaggen?
verloren matrozen schoot
onzer zonen klieren het geweten van onzer gezichten
geworpen in den staat zijn handen
onzer dochters in de rij voor een auditie..
een mede net tekort en doch benoemd voor net genoeg belichting…
zolang je maar niet verdrinkt
hoever is dan het zoeken naar water nodig?
want ken de stroming onder de golven
voordat u hare wateren betreedt…
Want
ik hoor alleen maar drenkelingen krijsen in den verten
voorbij de sloepenboten en schepen
die zinken waarvan het oceanen beloofden
maar geen koers uitvaren kon
buiten het veilige wal en thuishaven om.