Weelderige bloemen
kleuren mijn gedicht
met pastellen blaadjes,
wat een rijk gezicht.
Zie vlakbij de merel,
hij pikt een wormpje weg,
vliegt sierlijk met een draai
in de ligusterheg.
Wind ritselt aan de blaadjes
zo zacht, heel subtiel,
melodieus ritme ontstaat,
raakt snaren van mijn ziel.
Zeepbellen die dansen
olie kleurend zonder gewicht,
het bellen blazende kind
blij spelend met het licht.
~*~
Schilderij van John Everett Milais (1829 ~ 1896)
‘Zeepbellen’. Zijn kleinzoon kijkt vol bewondering
op naar een zeepbel.