Zo fragiel in het hemelsblauw
draagt ze de naam Iris.
Vaag zie ik haar in de ochtenddauw,
een beetje mist die nog hier is.
Uitdagend wuift zij mij gedag.
ik ben zo blij dat ik haar zag.
Stil is het nu het avond wordt,
een elfje zie ik in nachtblauw.
Ze kijkt even naar mij, heel kort,
ik geloof dat ik al van haar hou.
Haar weer te zien, er is een kans
want aanstonds begint de elfendans.