Lieflijk en bevalligheid,
deze vertederende woorden
die mij blijven bekoren
raken wat in vergetelheid.
Ziet het ontwapenend kind
dat bloemen zorgvuldig plukt,
een waar stukje geluk
nu zij de allermooiste vindt.
Bekoorlijk is zij in het licht,
van haar schoonheid niet bewust
straalt ze vol levenslust,
een glimlach op haar gezicht.