De vrouw
bezocht haar man
elke dag heel trouw
in de gesloten afdeling.
Hoe gaat het vandaag
vroeg ze
en gaf hem een zoen,
ik voel me goed
antwoorde hij
fijn dat u er bent.
Hoe gaat het met u
vandaag
met mij zei ze
gaat het ook goed
ik ben op de fiets
het is mooi zomerweer.
Hij wist haar naam allang
niet meer,
ook al deed hij
nog zo z’n best.
Als zij hem
vroeg naar zijn naam
dan zei hij steevast,
dat ben ik even kwijt
net wist ik het nog.
maar ik weet wel
zei hij dan,
wie jij bent
jij bent de vrijwilliger
die elke week
mij komt bezoeken.
Die bijna alles van mij weet
zelfs de naam,
van mijn vrouw.
Nee jij wordt nooit boos
al ben ik nog zoveel vergeten.
Ik vind u lief zei hij dan
komje volgende week weer?