Vogels vliegen en
ik ren. Zij proeven de
vrijheid in de lucht,
ik op de aardbodem.
Zij hebben vleugels,
mijn vleugels zijn mijn
armen. Beide strelen we
de lucht, hun met hun
vleugels dus en ik moet
het maar doen met mijn
armen. Vogels slaan hun
vleugels uit, ik mijn armen.
Hoe dan ook, hen zien vliegen
is leuk, en ik maar naar hun
zitten kijken. Vogels vliegen
jullie maar! Ik race met jullie allemaal!