Geen kennissen geen vrienden,
alleen zijn de vreemdelingen.
Geen vader noch moeder: Wezen
zijn sommige vreemdelingen.
Geen onderdak, geen hand die
ze vasthoudt, hard is het leven
van de vreemdelingen. De pijn
in hun hart is niet te harden, wie
oh wie helpt de vreemdelingen?
Zij kennen de diepste dalen van
het leven, ook zij hebben toch
recht op een normaal leven?
Oh zeg mij, zeg mij wie: Wie helpt
de vreemdelingen? Ben zo machteloos
net als hun als ik over hun schrijf, mijn
hart gaat tekeer: Helaas moeten sommige
altijd lijden in welke maatschappij dan ook
in de wereld: En dat zijn de vreemdelingen.
Praat met hun, als je een les wil krijgen
over het leven: Zij weten er alles van.