En als de nacht valt schijnen de sterren,
die we eeuwig zullen kennen als
we zullen sterven.
Zo helder zijn ze, de sterren, als ik
aan ze denk, moet ik altijd aan mijn
jeugd denken, met veel weemoed.
En nu zeg ik tegen mijn eigen kindje:
‘Slaap zacht, droom maar over
mooie dieren, zoals giraffes:
En als je opstaat na een zoete
droom, vergeet mij dan later niet
als ik sterf, denk dan maar
weer aan giraffes, de dromen
die je zullen beschermen als
ik er niet meer ben om jou te beschermen.’