Van heel ver leek er een gevoel te komen,
van heel ver een hoop dat stond te wachten,
om de lijdende te steunen, want dat had ie nodig.
Van heel ver leek er licht te zijn aan het einde
van de tunnel, de tunnel van de wanhoop en
verdriet. Van heel ver, van heelr ver: Ik dacht
laat het nu aflopen zijn met dit leven, ik dacht:
wanneer zal ik eens lachen zonder meteen er
na te moeten huilen. Liefde werd mij onbekend
en ik snikte, en ik keek om me heen, wat ik
zag was leed, die mij deed huiveren, zo’n leed,
niet te verdragen. En ikwachtte op een gevoel,
en ik dacht,wanneer, oh wanneer zal het tij
keren. Eenzaamheid voelde heel koud aan,
echt heel koud. Wie mij kende, zou om me treuren.