Luister hoe de nacht zich glooit en plooit, luister naar
de wind die huilt. Elke nacht moet ik denken aan mijn
vaderland. Eens was ik te voet op reis daar ergens. Ik zag
bergkammen die mij deden aan mijn jeugd, die bergen
waren mij bekend, ik moest lichtjes aan schreien toen
ik ze weer zag. En ik zal die dagen niet vergeten.
Ook jij lezer hebt zeker plekken op aarde die je niet
kunt vergeten. Koester de dagen dat je daar bent,
en weet ergens zal je misschien daar terugkeren al
was het niet om voor altijd te blijven, als je je maar
thuisvoelt al is het dus voor even. Luister naar mijn woord.