Eenzaam als ik ben,
en me schaam om
bijna alles, schrijf
ik dit gedicht, dat
over me zelf gaat,
het leven smaakt mij
bitter, en ik wilde
dit gewoon even kwijt.
Haat diegenen die
mij het leven zuur
maken: Eigenlijk bijna
iedereen, maar ik
houdt vol, want ik ben
een vechter, maar het
leven is hard.
Toch ga ik door, met
vechten, en ook al
maak ik me overal om
druk, ik geef alles
wat ik heb, en denk
aan die gene die van
mij houden.
Eens zal ook de wereld
voor mij lachen, dat
weet ik zeker. Tot die
tijd moet ik strijden,
dat is gewoon een regel:
Namelijk dat je in dit leven
altiijd moet blijven vechten.