Och moeder, ik wil op je warme schoot slapen, en dat heel heel
lang…Wieg me zachtjes, oh zo zachtjes tot slaap. En als ik slaap,
dan slaap jij vast en zeker ook en dan is er weer een dag voorbij
en zijn we even zeker van de toekomst. Want niemand is hele-
maal zeker van zijn of haar toekomst. Ja moeder, en dan voelen
we ons zo hecht dat we niet van elkaar willen scheiden. Wie weet
misschien sterf ik jong. Mensen zullen me herinneren als een
jonggestorvene. Maar ook al duurt mijn leven zo kort, dat mo-
ment toen ik op je schoot sliep leek mij oneindig lang te duren.