Elke dag stond ik voor je raam
om een glimp van jou te mogen
ontvangen. Elke dag was het wachten.
Ik was zo arm aan liefde, dat ik zou
sterven als ik maar ook een druppel
mocht proeven. En op een dag vroeg
jij mij: Wie ben jij en hoe heet je.
En ik zei: ‘Ik heet Emrah, en ik ben
iemand die sterft als hij liefheeft.’