Mijn dorp, waar mijn ouders geboren zijn
en waar ik met de zomervakantie naar toe ga,
daar vertoef ik het liefst al mocht het er
zomers erg warm zijn, mijn dorp, waar ik
s’avonds naar de sterren kijk, meer kan ik er
zien want in de stad is er zoveel licht dat men
maar bar weinig sterren kan zien,
Mijn dorp waar ik ga vissen met mijn oom,
bij de rivier ‘de Zamantí’ wat erg leuk
tijdverdrijf is, ondanks de vele muggen,
Graag eet ik ‘Manti’: (gevulde pastabuideltjes
met yogurtsaus) wat erg lekker is en s’avonds
zijn wij allemaal buiten om zonnepitten te
eten en cola e.d. te drinken, geen enkele plek
op aarde is voor mij leuker dan mijn dorp.