‘Hoi. Ik heet Yu.’
‘Hoi. Ik ben Elias.’
‘Ga je mee?’
‘Oké. Mam! Ik ga met Yu mee!’
Mijn moeders hoofd komt achter haar boek vandaan. ‘Met wie? Oh, hallo.’
Yu zwaait en mijn moeder zwaait terug, terwijl ze zegt: ‘Niet van de camping af gaan en voor het eten terug. Veel plezier!’
Ze verdwijnt weer in haar boek, dus ik loop met Yu het veldje af.
‘Saaie boel hier, hè?’ zeg ik.
‘Als je het zo saai vindt, moet je er wat van maken,’ zegt het meisje.
Wat is dat nou voor antwoord. Mijn moeder zit de hele dag te lezen of te klagen dat ze naar een wellness had willen gaan. Andere kinderen hebben broers of zussen en willen niet met mij opgescheept zitten.
‘Hoe doe jij dat dan?’ vraag ik.
‘Gewoon.’
Ineens begint Yu te rennen. Ik twijfel even, maar ik heb niks beters te doen en ren haar achterna. We gaan het terrein af. Ach, wat mijn moeder niet weet, daar kan ze ook niet boos om worden. Yu steekt de weg over en verdwijnt in het bos. Pfoe, wat rent ze hard! Ah, daar zie ik haar weer. Ze stopt zo plotseling dat ik bijna tegen haar op bots.
‘Hier is het,’ zegt ze.
Ik zie een rijtje takken schuin tegen een boomstam staan.
‘Heb je een hut gemaakt?’ Dat doe ik zo vaak. Deze ziet er niet echt indrukwekkend uit.
‘Wil je binnenkijken?’
Zonder op antwoord te wachten, zet ze een paar takken opzij. Ze wurmt zich door de smalle opening. Het ziet er niet uit alsof er genoeg ruimte is voor ons tweeën daarbinnen. Dan zie ik dat ze naar beneden loopt. Slim, de hut gaat een stuk de grond in. Ik volg haar door de takken-deur. We lopen een schuin gangetje af en komen dan in een verrassend grote ruimte. Mijn mond valt open. Het is niet alleen wat aarde en bladeren. De ruimte staat vol computers. Ik zie twee laptops, drie schermen en kluwen kabels en snoeren.
‘Wat is dit?’
Yu kijkt me grijnzend aan. ‘Mijn controlroom.’
‘Hoezo control? Wat kun je hiermee besturen dan?’
‘Alles. De hele camping.’
‘Hoe bedoel je?’
Ze zet het middelste scherm aan. Er verschijnen lijnen en rondjes.
‘Kijk, deze rondjes zijn de lantaarnpalen bij de slagboom. En dat zijn de lampen in het zwembad.’
Ik staar naar alle groene rondjes die ze aanwijst. Ik geloof er eigenlijk niks van, maar wil toch meer weten. ‘En die rode?’ vraag ik.
‘Die zijn van de recreatiezaal. Die zijn nu uit.’
‘En jij wil beweren dat je die aan kunt zetten?’
‘Ja.’ Ze klikt op een rood bolletje, dat naar groen verspringt. ‘Nu is het licht in de recreatiezaal aan.’
‘Ja, ja.’
‘Ga maar kijken,’ daagt ze me uit.
‘Zit je nou de hele dag lichten uit en aan te zetten?’ vraag ik. Het is leuk als het kan, maar eigenlijk is het ook wel saai.
Ze lacht. ‘De lichten zijn het minst leuke.’ Ze zet een ander scherm aan. ‘Dit is de tekst op het bord bij de ingang.’
Ik lees: ‘Welkom op Camping de Bredevaar. Voor een ontspannen vakantie.’
‘Kun je de tekst op het bord aanpassen?’ Nu wordt het interessant.
Ze grijnst en verandert ‘ontspannen’ in ‘spannende’.
‘Staat dat nu echt op het bord?’ Ik geloof er nog steeds niks van.
‘Wil je gaan kijken?’
Op het bord bij de slagboom staat inderdaad: ‘Voor een spannende vakantie’.
‘Best cool,’ geef ik toe. ‘Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?’
Ze haalt haar schouders op. ‘Het was makkelijk te hacken. Ze hebben hun systemen slecht beveiligd.’
‘Hoe weet je hoe je moet hacken?’
‘Gewoon, kwestie van een beetje uitproberen. Je kan veel vinden door gewoon te googelen, hoor.’
‘Cool. Heb je er wel eens vieze woorden op gezet? Of scheldwoorden?’
Yu rolt met haar ogen. ‘Kinderachtig.’
‘Maar er zijn toch veel leukere dingen te verzinnen dan lampen aandoen en een spannende vakantie op het bord zetten?’
‘Zou je denken, hè? Kan jij iets bedenken?’
Mijn oog valt op een speaker. ‘Kun je ook geluid door de speakers sturen?’
Yu knikt.
Daar moet iets leuks mee te verzinnen zijn. ‘Een irritant muziekje? Of we kunnen iets grappigs omroepen.’
‘Ja dag!’ roept Yu uit. ‘Straks herkennen mijn ouders mijn stem.’
‘Bangerik.’
‘We kunnen natuurlijk …’ Yu maakt haar zin niet af, maar rent weg. Wat een irritante gewoonte. Ik zucht en ren haar achterna.
Even later stappen we hijgend de hut in. Yu duikt achter een laptop.
‘Wat ga je doen?’ vraag ik.
Ze buigt dichter naar de laptop en zegt: ‘Dit is een test.’ Ze drukt op een knop en er klinkt een enge hoge stem door de hut die ‘Dit is een test’ zegt.
‘Een stemvervormer!’ begrijp ik. ‘Vet. Mag ik eens proberen?’
‘Ga je gang.’
Ik breng mijn mond dicht naar de laptop en zeg: ‘Vanavond al het eten in de snackbar voor de helft van de prijs.’
Yu grinnikt en laat het horen met een zware stem. Het klinkt als een oude man. Het is elk geval niet te herkennen als mijn stem.
‘Kun je die door alle speakers over de camping laten horen?’ vraag ik.
Yu grijnst en klikt. ‘Het wordt druk bij de snackbar vanavond.’
‘Maar goed,’ zeg ik. ‘Ik ga morgen naar huis. En vandaag is al half voorbij. Kunnen we één echt goede stunt bedenken? Iets wat mijn hele saaie vakantie goed kan maken.’
‘Oké,’ zegt Yu. Ze zet haar handen onder haar kin. ‘Laten we een onvergetelijke stunt verzinnen.’
Een uur later schalt mijn vervormde stem over de camping: ‘Eenmalige actie! Vanmiddag om twee uur verandert ons zwembad in een heuse wellness. Even helemaal bijkomen in de sauna? Grijp nu je kans!’
Ik loop terug naar de camping en kijk stiekem om de hoek van een caravan. Mijn moeder komt onze tent uitlopen. Ik zie een randje van haar badpak onder haar kleren en ze heeft een handdoek in haar handen. Yes. Ik ren terug naar Yu in het bos.
‘We kunnen gaan,’ zegt Yu. ‘Ik heb de verwarming loeihoog gezet. En ik heb ingesteld dat om twee uur de lichten aangaan en de deur van het slot springt. De sprinklers gaan om tien over twee aan.’
Ik kijk in het hoekje van haar beeldscherm. Het is bijna twee uur. ‘Kom!’
We rennen de camping over. Als we dichter bij het zwembad komen gaan we gewoon lopen om niet op te vallen. Er staat een groep volwassenen voor de deur te wachten. We gaan in het speeltuintje voor het zwembad zitten, zodat we goed zicht hebben.
Precies om twee uur springen de lichten aan. De mensen hebben door dat de deur van het slot is en gaan naar binnen. We horen van een afstandje gemopper.
‘Ze zeuren nu al,’ zeg ik.
Yu lacht. ‘Wacht maar tot de sprinklers aangaan.’
Al gauw zien we een paar mensen terug naar buiten komen.
‘Oh nee, binnen blijven,’ zeg ik zacht.
‘Is je moeder nog binnen?’ vraagt Yu.
Ik knik en kijk op mijn horloge. Acht over twee. Mijn moeder blijft vast nog wel even binnen, in de hoop dat het nog beter wordt. Misschien heeft ze het zelfs wel naar haar zin. Een sauna is toch gewoon heel veel hitte? Dat heeft ze.
Er klinkt een gil.
‘Ik denk dat de sprinklers aan zijn,’ proest Yu.
Er rennen mensen naar buiten. Ik zie niet of mijn moeder erbij loopt, omdat ik zo hard moet lachen dat mijn ogen tranen.
Yu pakt mijn arm. ‘Kom, we kunnen de boel maar beter uitzetten.’
Een kwartier later lopen we naar mijn moeder. Ze staat voor de tent met een grote handdoek haar haren af te drogen.
‘Hoi, mam.’
Mijn moeder antwoordt met een zucht. ‘Wat een camping. Ik ben blij dat we morgen naar huis gaan.’
‘Echt?’ zeg ik verbaasd. ‘Ik begin het net leuk te vinden.’
‘Nou, ik niet. Ik werd net in de sauna uitgerookt en natgesproeid. Naar deze camping keren we nooit meer terug, dat is een ding dat zeker is.’
‘Oh.’ Dat was niet de bedoeling. Dit is net de enige leuke camping geworden.
‘Gaan we volgend jaar naar een wellness?’ Ik trek er een vies gezicht bij.
‘Je weet dat we dat niet kunnen betalen.’ Mijn moeder pakt een spiegeltje en bekijkt haar gezicht vol zwarte strepen make-up.
‘Dan was dit toch best een goede wellness?’ probeer ik.
Ze schiet in de lach. ‘Kijk nou hoe ik er uitzie! Ik kan wel als vogelverschrikker aan de slag.’ Ze veegt het zwart van haar wangen.
‘Ach, ze hebben wel geprobeerd er wat van te maken. En het is hier heel betaalbaar. Misschien moeten we het volgend jaar nog een kans geven. Eet je met ons mee, Yu? Onze laatste avond. Ik denk dat we maar van de snackbar gaan eten nu ze zo’n goede aanbieding hebben.’
‘Graag. Gezellig.’