De gesloten afdeling
Dag lieve zuster zei ik,
fijn jou te zien,
hoe vind je je nieuwe kamer?
Ja echt heel leuk, antwoorde ze
Ben je erg moe van de verhuizing.
Ze keek me aan en glimlachte
opende haar zwart leren
tasje pakte een plastic zakje
en zei
deze koekjes zijn allemaal van mij.
Eh m’n man ligt in het ziekenhuis
ik zou hem graag willen bezoeken
of even bellen,
maar dat gaat niet en ik weet niet
waarom.
‘K ben altijd blij, als jij er bent
het is gezellig en knus,
ik hou heel veel van jou.
Ze zorgen hier goed voor mij hier
‘kom niks tekort.
De sleutel van de achter deur
is uit mijn tas verdwenen,
zomaar ineens verdwenen gek he.
Broertje wat ik houd veel van jou.
Ja, mijn oudste zoon is ook overleden
Ik mis hem nog elke dag,
hij was altijd zo lief.
Ik mis m’n buren heel erg,
zouden ze al weten
dat ik hier nu woon?
Wat ben ik blij dat je er bent,
zoveel bezoek krijg ik hier niet.
Ze zijn hier altijd heel lief voor me,
als we gaan eten vragen ze
alle bewoners wat wilt u eten ,
en tegen mij zeggen ze,
dat hoeven we u niet te vragen.
want u lust echt alles he mevrouw.
Lieve zuster zei ik,
en gaf haar een kus,
nu moet ik weer gaan,
veel liefs en tot een volgende keer,
ze antwoorde jammer,
jij bent een heel lieve
aardige meneer, daag.