Het was een frisse maar droge herfstdag op een zaterdag. Het gezin van Omen gaan naar het bos voor een wandeling en tussendoor wat drinken en eten. Moeder Angeliek loopt met man Bart samen, ze genieten van het bos en uitzicht. Uitzicht op hun 3 kinderen, Emma van 1 jaar in de wandelwagen, Sophie van 3 jaar en Joost van 5 jaar die al bijna te ver vooruit zijn gerend. Voor Sophie, een kletskous moet alles bekijken, aanraken, er over kletsen een non-stop praatmachine. Joost die wil elke zandheuvel van groot naar klein afrennen en het liefst vallen en zich rollen in het zand. Zwaaiend met stokken of hij een ridder is. Angeliek lacht, “gelukkig hebben ze oude kleren aan.” Bart mompeld wat, maar zegt niets erover. De wandeling gaat over naar een restaurant naast het bos ’t Zandduin.’ Als ze binnenstappen is het druk! Wel te verwachten in de herfstvakantie natuurlijk, iedereen wil even een frisse neus halen. Rondkijkend of er een tafel vrij is. “Ik zal even kijken voor jullie,” zegt een aardige en lieve jonge meid die in de bediening werkt. Sophie kletst over haar drinken, ze wil Fristi, ook een tosti. ‘Mama, mama ik wil, ik wil dubbel zo veel kaas!’ Het wachten duurt lang, jassen gaan open en Angeliek doet bij Emma haar jasje open. Dan komt het meisje terug, ”we hebben een tafel met 3 stoelen en een kinderstoel.” Angeliek kijkt Bart aan, “ja die nemen we wel. Angeliek wil eigenlijk een ding, snel weer gaan wandelen. De drukte, het is te veel voor haar.
Melden