Een mooie man, die leraar Nederlands. Was modern, had geen naam, meer…. die wij kenden, allemaal knopjes, lampjes. “Moe” was aan de beurt. Wij weten niet dat ze “moe” heet, en de leraar niet, zo had hij haar genoemd. En het lampje dat bij de naam “Moe”, hoort, als de leraar op het knopje drukte lichte op. “U heet toch niet echt “Moe”….sta op kom naar het bord.” “Schrijf op, dame; “maar elkanders echte naam kennen wij niet. Hoe gaat dat dan met de post?” Ja, weet ik niet verder moet je maar lid worden van een aardig tijdschrift, die ook met lampjes werkt. “Schrijf nu op;” de postbode herkende het lampje en deed de brief in de bus. “Het rechtsgeldig geworden lampje, rechtsgeldig, ja. En daar hoort dan een corresponderende letterscombinatie bij die de belastingsdienst en het tijdschrift “Country Life”, of iets met een gezellige welluidende naam wèl kent, en die ook steeds volgens een bepaald niet te traceren computersysteempje steeds veranderd.” Voor waar het nummer betreft waarschijnlijk opgeteld bij de som van je geboortedatum en loopt zo door in het het geboorte-archief van Den Haag en zo. Ook lokaal te gebruiken, bij bedrijven zo nodig, maar dan weer met bijvoorbeeld hoofdletters.” Huisnummer overbodig. Bij mij hangt er thans een iets opwindends voor de deur.. Enfin wij naar het circus. En verdomd als het niet waar is, daar had je “Pipo de Clown” ook al. Met de ongelofelijk grotere ledlamp. Daar staande met zijn handen in het haar. Met wat pruiken dus oplosbaar?” “Meester, meester ik kan niet meer lezen wat ze op het bord schrijft.” Dan zal ze wel moe zijn…….Ik zal het haar vragen; “moe? “Klopt.”
Melden